Inloggen

Archief

Bestuurder aansprakelijk na opeisen afnemersbetalingen

Als de bestuurder van een bv het volledige bedrag van ontvangen afnemersbetalingen overmaakt naar zijn privérekening, veroorzaakt hij dat de bv de btw op de betaalde facturen niet kan afdragen en is er sprake van onbehoorlijk bestuur, zo blijkt uit een uitspraak van Hof Amsterdam. De Belastingdienst kan de bestuurder in zo’n geval aansprakelijk stellen.
De bestuurder van een bv boekte de bedragen die zijn bv ontving van afnemers grotendeels dan wel volledig over naar zijn privérekening. Later liet hij de afnemers rechtstreeks op zijn privérekening betalen. Hierdoor hield de bv net genoeg geld over om de lopende uitgaven te kunnen betalen, maar de verschuldigde btw kon niet worden afgedragen. Daarom stelde de ontvanger de bestuurder aansprakelijk voor de niet-afgedragen btw. Het hof oordeelde dat de ontvanger juist had gehandeld. Doordat de bestuurder ervoor had gezorgd dat de afnemersbetalingen grotendeels dan wel volledig op zijn privérekening waren beland, was er sprake van onbehoorlijk bestuur en was de bestuurder terecht aansprakelijk gesteld. Bron: Hof Amsterdam 17-7-2019 (datum uitspraak: 16-4-2019)

ACM wil prijsafspraken voor minimumtarief zzp’ers toestaan

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) wil onder bepaalde voorwaarden prijsafspraken tussen zzp’ers toestaan. Dat moet dan gaan om zzp’ers die ‘zij-aan-zij’ werken met gewone werknemers en met hun afspraken het door het kabinet aangekondigde minimumtarief voor de invoering daarvan al willen waarborgen.
Collectieve prijsafspraken tussen zzp’ers zijn meestal niet toegestaan, omdat prijsafspraken tussen ondernemingen al snel de concurrentie vervalsen, wat leidt tot hoger prijzen voor consumenten. De ACM geeft in een ‘concept-Leidraad tariefafspraken zzp’ers’ echter aan dat onder bepaalde voorwaarden een prijsafspraak tussen zzp’ers wel mogelijk is. Het moet dan gaan om zzp'ers die: ‘zij-aan-zij’ werken met werknemers en daardoor geen onderneming zijn in de zin van de Mededingingswet; onderling afspreken het door het kabinet aangekondigde wettelijke minimumtarief voor de invoering daarvan al te waarborgen; met hun opdrachtgevers gezamenlijk afspreken dat een hoger minimumtarief nodig is om op een bestaansminimum te komen. Met deze conceptleidraad loopt ACM vooruit op het door het kabinet aangekondigde minimumtarief van € 16 per uur voor zzp’ers. Het kabinet wil dit minimumtarief in 2021 invoeren om zzp’ers aan de onderkant van de markt te beschermen tegen armoede en om te voorkomen dat ze voor een te laag tarief worden ingehuurd. De ACM wil in de periode tot de invoering van dit minimumtarief geen boetes te zullen opleggen bij afspraken tussen zzp’ers om dit minimumtarief nu al te realiseren. Bron: ACM 23-07-2019

Tijdelijk verhuurd tuinhuis valt in box 3

Als een belastingplichtige een deel van zijn eigen woning tijdelijk verhuurt, is de huuropbrengst onbelast, zo heeft Hof Amsterdam bevestigd. Maar het tijdelijk verhuurde deel valt dan wel in box 3.
In deze zaak ging het om een tuinhuisje dat tijdelijk werd verhuurd. Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat de regeling voor tijdelijke verhuur van de eigen woning niet aan de orde is als slechts een deel van de eigen woning wordt verhuurd. Ook bepaalde de rechtbank dat het tijdelijk verhuurde deel dan niet in box 3 valt. De Belastingdienst ging tegen deze uitspraak in beroep en kreeg van het hof gedeeltelijk gelijk. Het hof was het met de rechtbank eens dat de tijdelijke gedeeltelijke verhuur van de eigen woning niet onder de eerder genoemde regeling valt. Maar volgens het hof kon de belastingplichtige gedurende de tijdelijke verhuur van het tuinhuis niet over dit tuinhuis beschikken, zodat het gedurende die periode niet tot de eigen woning kon worden gerekend. Hierdoor viel het tuinhuis in box 3 en kon de huuropbrengst onbelast blijven. Bron: Hof Amsterdam, 11-7-2019

Verplicht antidiscriminatiebeleid bij werving- en selectie

Na de zomer wordt bij de Raad van State een wetsvoorstel aangeboden dat moet zorgen voor eerlijke werving- en selectieprocedures en gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel verplicht werkgevers tot een antidiscriminatiebeleid bij werving en selectie. De Inspectie SZW krijgt de bevoegdheid om hierop toe te zien. Dit schrijft staatssecretaris Van Ark op 11 juli 2019 in de voortgangsbrief arbeidsmarktdiscriminatie.
In de voortgangsbrief geeft de staatssecretaris aan dat de inzet van het team arbeidsmarktdiscriminatie van de Inspectie SZW is verdubbeld en dat de expertise en ondersteuning is versterkt. Vooruitlopend op de wetsaanpassing is de Inspectie SZW van start gegaan met verkennende inspecties bij werkgevers en uitzend- en bemiddelingsbureaus. Hieruit blijkt dat werkgevers nog veel werk moeten verzetten om discriminatie in het werving- en selectieproces te voorkomen en tegen te gaan. De verkennende inspecties worden de komende tijd voortgezet en uitgebreid naar andere werkgevers, websites en online dienstverleners. Er is een onderzoeksprogramma gestart om arbeidsmarktdiscriminatie tegen te gaan. Hierin werken onder andere TNO en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen. Het onderzoek richt zich op het voorkomen van (onbewuste) vooroordelen bij werving en selectie, het toepassen van effectieve maatregelen door werkgevers en de versterking van de informatiepositie en ontwikkeling van toezichtsinterventies door de Inspectie SZW. Uit een eerste pilot van de Inspectie SZW met mystery call–onderzoek onder uitzendbureaus die niet zijn aangesloten bij de ABU of NBBU blijkt dat 40% van de uitzendbureaus meeging in een verzoek van de fictieve werkgever met expliciete discriminatie op grond van afkomst. In een eerder vergelijkbaar onderzoek van ABU onder haar leden was dit 13% en in een recent door NBBU uitgevoerd onderzoek onder haar leden was dit 26%. Beide brancheorganisaties leveren veel inspanningen richting hun leden om discriminatie tegen te gaan. Zo hebben beiden op 1 januari 2019 een nieuwe lidmaatschapseis ingevoerd die voorschrijft dat de leden een actief antidiscriminatiebeleid moeten voeren. De staatssecretaris kondigt aan dat er dit najaar meer onderzoeken en pilots zullen volgen met onder meer mystery -elementen. Daarbij zal de focus niet alleen op de uitzendbureaus liggen. Ook zal er ook naar andere discriminatiegronden dan afkomst worden gekeken. Bron: Min SZW 11-07-2019

Collectieve uitspraak massaal bezwaar box 3

De Belastingdienst heeft het besluit inzake de collectieve uitspraak in de procedure massaal bezwaar box 3 voor de jaren 2013 en 2014 in de Staatscourant geplaatst.
De Belastingdienst heeft in een besluit de bezwaarschriften in deze massaal bezwaarprocedure afgewezen naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019 en laat de aanslagen IB in stand. In het arrest oordeelde de Hoge Raad weliswaar dat de heffing over box 3 in 2013 en 2014 in strijd is met art. 1 EP EVRM als sprake is van een buitensporig zware last, maar dat het voor de rechter niet mogelijk is om in te grijpen op stelselniveau. De aanslagen IB blijven daardoor in stand. Het is niet mogelijk om in beroep te gaan tegen de collectieve uitspraak. Wel kunnen belastingplichtigen binnen een redelijke termijn een verzoek indienen om de collectieve uitspraak te vervangen door een individuele uitspraak. Daartegen kan de belastingplichtige wel in beroep, maar dat kan alleen tegen de genoemde rechtsvraag. De inhoud van de individuele uitspraak zal gelijk zijn aan de collectieve uitspraak. Bron: MvF 19-07-2019

© lArcade 2024