Inloggen

Archief

Gezinsleden buitenlandse zelfstandigen eenvoudiger in loondienst

Vanaf 2020 wordt het eenvoudiger voor familie- en gezinsleden van buitenlandse zelfstandigen om in Nederland in loondienst te werken. Deze verruiming moet buitenlandse ondernemers stimuleren om in Nederland te blijven.
Buitenlandse zelfstandigen mogen in Nederland alleen als zelfstandige werken. Die beperking geldt nu ook voor hun familie- of gezinsleden. Als zij een baan in loondienst willen accepteren, moet de werkgever een tewerkstellingsvergunning aanvragen. Uit onderzoek blijkt dat de beslissing van ondernemers om in Nederland te blijven, mede afhankelijk is van de mogelijkheid voor hun familieleden om in loondienst te kunnen werken. Het kabinet heeft daarom op voorstel van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten dat de familie- en gezinsleden van buitenlandse zelfstandigen vanaf begin 2020 zonder extra papieren in loondienst mogen werken. De verwachting is dat buitenlandse ondernemers daardoor vaker zullen besluiten in Nederland te blijven. Bron: Min SZW 1-11-2019

Vordering waardeloos, dan geen liquidatieverliesaftrek

Indien een bv de aandelen in een vordering op een ander lichaam tegen een zeer lage prijs overneemt van een verbonden vennootschap, kan zij de verkrijgingsprijs op een hoog bedrag zetten als sprake is van een verkapte kapitaalstorting. Maar dan mogen de aandelen en de vordering op moment van verkrijgen niet al waardeloos zijn.
Een bv wilde in 2010 het verlies aftrekken dat zij zou hebben geleden op de liquidatie van een vennootschap waarin zij alle aandelen hield. De bv had de aandelen van deze dochter voor € 1 gekocht van een zustervennootschap. De zustervennootschap had ook een vordering op de dochtermaatschappij om niet overgedragen aan de bv. De vordering had een nominale waarde van ruim € 1 miljoen. Op het eerste gezicht had de bv dus maar € 1 voor haar economische belang in de bv opgeofferd, waardoor zij geen liquidatieverlies had geleden. De bv stelt echter dat de werkelijke waarde van de vordering bij overdracht gelijk was aan de nominale waarde. Door de vordering om niet over te dragen, zou een verkapte uitdeling aan de aandeelhoudster van de twee zustervennootschappen hebben plaatsgevonden. Vervolgens zou de aandeelhoudster dit kapitaal weer gestort hebben in de bv. In tegenstelling tot de Belastingdienst gelooft Hof Arnhem-Leeuwarden dat de economische eigendom van de dochtermaatschappij inderdaad is overgedragen. Maar dat de bv reden had om de vordering op de verlieslijdende dochtermaatschappij tegen de nominale waarde te waarderen, vindt het hof niet aannemelijk. Het hof oordeelt dat de bv niets heeft hoeven op te offeren voor de verkrijging van de vordering. Zij lijdt daardoor geen fiscaal aftrekbaar liquidatieverlies. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 22-10-2019

Bouw kampioen hergebruik en recyclen

De bouwsector is niet alleen de sector die het meeste afval produceert, maar slaagt er ook het beste in om materiaal her te gebruiken. In 2016 was de bouwsector goed voor ruim de helft van het gebruik van alle gerecyclede materialen.
In opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzocht CBS het gebruik en hergebruik van materialen. Dit heeft geresulteerd in de gereviseerde Materiaalmonitor 2014-2016. In 2016 werd in Nederland 245 miljard kilogram aan materialen voor binnenlandse consumptie gebruikt. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2014, toen dat 241 miljard kilogram was. Van deze materialen werd een derde gebruikt voor het opwekken van energie, de rest werd in Nederland geconsumeerd of bleef bewaard in voorraden. Een deel van de geconsumeerde producten wordt weggegooid. Van dit afval werd ruim 83% gerecycled in 2016. Bijna 38% van de gebruikte materialen in de bouwsector was gerecycled. De bouw gebruikte vooral minerale afvalstoffen, zoals puin, voor de aanleg van wegen. Gemiddeld werd in alle bedrijfstakken bijna 15% aan gerecyclede materialen gebruikt in het productieproces. Bij de inzet van gerecycled materiaal is niet alleen de gebruikte hoeveelheid van belang, maar ook de hoogwaardigheid van het gerecyclede materiaal. Zo kan een gebouw worden gesloopt, en het puin worden gebruikt voor de aanleg van wegen. Maar de slooponderdelen van een gebouw kunnen ook worden gebruikt om een nieuw gebouw te maken. Bij hergebruik van het gebouw, eventueel na enig onderhoud en reparatie, is het waardebehoud nog groter. De bouwsector gebruikte ook het grootste aandeel gerecyclede materialen van alle bedrijfstakken. Van alle gebruikte, gerecyclede materialen werd bijna 54% ingezet in de bouw, gevolgd door de landbouw met 16%, en de voedingsmiddelenindustrie met 10%. In de voedingsmiddelenindustrie wordt vooral bij de productie van oliën en vetten en veevoeders naar verhouding veel gebruikgemaakt van gerecyclede grondstoffen. Bijna een kwart van alle productie (producten en afval) in de bouwsector bestond uit afval. Hierbij wordt sloopafval, afkomstig van bestaande gebouwen (ongeveer 11 miljard kilogram), buiten beschouwing gelaten. Voor alle bedrijfstakken samen was dat bijna 11%. In de metaalindustrie en voedingsmiddelenindustrie was het aandeel afval ongeveer 10% van de totale productie. De bouw produceerde in 2016 ook in absolute zin het meeste afval van alle bedrijfstakken: de helft van al het afval was afkomstig van deze sector. Daarna volgt de voedingsmiddelenindustrie met 22%, en de landbouw met 14% van het totaal aan afval. Bron: CBS 4-11-2019

© lArcade 2024