Inloggen

Archief

Tweede Kamer stemt in met hervorming ontslagrecht, overgangsregeling voor MKB

De Tweede Kamer heeft op 18 februari ingestemd met het wetsvoorstel Wet werk en zekerheid. Dit op 29 november vorig jaar ingediende wetsvoorstel vloeit voort uit het sociaal akkoord tussen werkgevers en vakbonden van april 2013 en regelt de aanpassing van het ontslagrecht, de WW en de herziening van de positie van flexwerkers. Wel wordt de aanpassing van de ketenregeling een jaar uitgesteld en komt er voor het MKB ten aanzien van de transitievergoeding een overgangsregeling.
De Tweede Kamer nam een amendement van de Kamerleden Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD) en Van Weyenberg (D66) aan die de wijziging van de ketenbepaling (o.a. maximale termijn van drie jaar voor maximaal drie tijdelijke contracten wordt teruggebracht naar twee jaar; tussenperiode van drie maanden tussen twee ketens verlengd naar zes maanden) een jaar uitstelt. Deze aanpassing zal nu gelijktijdig plaatsvinden met de wijziging op ontslagrecht op 1 juli 2015. In het oorspronkelijke wetsvoorstel zou die aanpassing van de ketenbepaling al per 1 juli 2014 moeten ingaan. Ook zal de aanpassing van de ketenbepaling na drie jaar (in 2018) worden geëvalueerd. Met het nieuwe ontslagrecht is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De introductie van deze transitievergoeding leidt ertoe dat een werkgever die voorheen via de UWV-route doorgaans geen vergoeding verschuldigd was, nu wel een transitievergoeding moeten betalen. Met name voor kleine werkgevers, die nu relatief vaak gebruik maken van de UWV-route, kan dit leiden tot problemen, met name als de oorzaak van het ontslag is gelegen in de slechte financiële situatie van de onderneming. Een amendement van de Kamerleden Van Nieuwenhuizen-Wijbenga en Hamer (PvdA) voorziet in een overgangsregeling voor MKB-ondernemers met minder dan 25 werknemers. Bij de berekening van de omvang van de verschuldigde transitievergoeding kunnen zij uitgaan van de duur van het dienstverband te rekenen vanaf 1 mei 2013 (de eerste maand na het sociaal akkoord van vorig jaar toen onder meer de transitievergoeding werd afgesproken). Dienstjaren gelegen voor die datum blijven bij de berekening buiten toepassing. De overgangsregeling geldt tot 2020 en is alleen van toepassing bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen dat is ingegeven door de slechte financiële situatie van de ondernemer. Bij individuele ontslagen om andere redenen geldt de betalingsregeling waar het wetsvoorstel in voorziet. Ten aanzien van de algemene verplichting voor de werkgever om te werken aan herplaatsing van de werknemer, is opgenomen dat deze verplichting niet geldt indien er sprake is van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (amendement Dijkgraaf, SGP). Bron: Tweede Kamer, 18-02-2014

Werkgevers zeggen cao-overleg Beroepsgoederenvervoer af

TLN (werkgevers) heeft het geplande cao-overleg op 18 februari afgezegd. Deze (tweede) onderhandelingsronde was na een tumultueus verlopen overleg op 10 februari afgesproken met FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie.
Tijdens het overleg op 10 februari drongen protesterende chauffeurs op een gegeven moment de onderhandelingszaal binnen. De actievoerders kondigden toen aan op 18 februari, liefst in nog grotere getale, weer aanwezig te zullen zijn op de onderhandelingslocatie. In een brief aan de bonden schrijft TLN het onacceptabel te vinden op deze wijze onderhandelingen te voeren. TLN wil niet toegeven ‘aan deze vergaande vorm van intimidatie’. Ook zijn de werkgevers er niet van overtuigd dat de veiligheid van hun onderhandelingsdelegatie gegarandeerd zal zijn. Wat betreft de inhoud van de onderhandelingen meldt TLN dat hun ingenomen standpunten met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden-cao en de SOOB-cao ongewijzigd zijn. In een reactie op de brief van TLN melden FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen dat de transportwerkgevers het overleg opblazen. Volgens de FNV-bond lijkt het erop dat de werkgevers acties van de werknemers willen uitlokken. De onderhandelaar van CNV Vakmensen spreekt van een verkeerd signaal. Bron: TLN, 14-02-2014; FNV Bondgenoten, 14-02-2014

Overzicht DigiD-gebruik niet voldoende

Als u gebruik maakt van het digitaal loket om een beroepschrift in te dienen, krijgt u van de rechtbank een brief als het beroepschrift is ontvangen. Beschikt u niet over die brief dan is een overzicht, waaruit blijkt dat u op de website van Rechtspraak bent ingelogd, niet voldoende om aan te tonen dat u digitaal beroep heeft aangetekend.
Een eigenaar van een woning is het niet eens met de in zijn WOZ-beschikking vastgestelde waarde per 1 januari 2012. Nadat zijn bezwaarschrift op 5 mei 2013 is afgewezen door de gemeente, besluit de eigenaar beroep aan te tekenen. De eigenaar besluit op 30 mei 2013 een beroepschrift in te dienen via het digitaal loket. Omdat hij geen reactie krijgt, neemt hij contact op met de rechtbank. Omdat zijn beroepschrift daar niet is ontvangen, wordt hem aangeraden nogmaals schriftelijk beroep aan te tekenen. Dit beroepschrift is op 22 juli 2013 ontvangen door de rechtbank. Bij het beroepschrift is een overzicht gevoegd van het gebruik dat de eigenaar van DigiD heeft gemaakt. Uit het overzicht blijkt dat hij op 30 mei 2013 om 0:19:16 contact heeft gekregen met de website van Rechtspraak: Account authenticeren met basis gelukt bij webdienst Rechtspraak. De rechtbank besluit het beroepschrift toch niet-ontvankelijk te verklaren omdat het beroepschrift niet binnen de termijn (voor 27 juni 2013) is ingediend. Het overzicht van het gebruik van zijn DigiD is onvoldoende om aan te tonen dat het beroepschrift tijdig digitaal is ingediend. Uit het overzicht blijkt alleen dat de eigenaar op 30 mei 2013 bij de webdienst van de Rechtspraak heeft ingelogd. Uit het overzicht kan niet worden afgeleid of het beroepschrift ook daadwerkelijk is ingediend of verzonden. Normaal gesproken ontvangt de indiener, die gebruik maakt van het digitaal loket, een brief van de rechtbank ter bevestiging dat zijn beroepschrift is ontvangen. Daar de eigenaar niet aan de hand van een digitale bevestiging of op andere wijze kan onderbouwen dat het beroepschrift ook daadwerkelijk is ingediend, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Ook uit eigen onderzoek van de rechtbank is niet gebleken dat de rechtbank op of om 30 mei 2013 een digitaal beroepschrift van de man heeft ontvangen. Bron: Rb. Gelderland 13-02-2014

Geen zzp’ers bij Saxion

Saxion Hogeschool stop met het inzetten van zzp’ers als freelancedocent. De hogeschool, waar circa 120 freelancedocenten aan het werk zijn, had van de Belastingdienst ‘heel duidelijk het signaal gekregen dat zelfstandigen niet langer ingezet mogen worden in het onderwijs’, aldus de HRM-manager van de onderwijsinstelling. Landelijk zijn de Belastingdienst en onderwijsorganisaties overigens nog in overleg over het inzetten van zzp’ers in het onderwijs.
In het geval van Saxion zou de betreffende inspecteur van de Belastingdienst hebben geoordeeld dat een zelfstandige zonder personeel niet past in het onderwijs. Op een hogeschool is namelijk sprake van een gezagsverhouding en iemand die een serie colleges verzorgt is gebonden aan een rooster en een onderwijsprogramma. Een freelancer kan dus niet naar eigen inzicht zijn werk uitvoeren en is daarom een pseudowerknemer en geen zelfstandig ondernemer. In het geval van Saxion ging het om trainers, coaches of adviseurs die naast hun werk als zelfstandige, twee of tweeënhalve dag aan de hogeschool lesgaven. De problemen bij Saxion begonnen afgelopen zomer nadat een freelancedocent geen VAR meer kreeg. Toen de hogeschool daarover informatie inwon, bleek dat de inspectie in Enschede had besloten de regels rond de inzet van zzp’ers in het onderwijs strikt te interpreteren. Ook het landelijk coördinatiepunt VAR te Groningen zou de onderwijsinstelling hebben laten weten dat de betreffende zzp’ers voor hun onderwijsactiviteiten geen VAR meer kunnen aanvragen die de onderwijsinstelling zekerheid geeft over de inhouding en afdracht van loonheffingen. Vakbond AOb is tevreden met het optreden van de Belastingdienst. Volgens de vakbond zal, als andere onderwijsinstellingen moeten volgen, het grotendeels afgelopen zijn met de inzet van –wat zij noemt ¬– schijnzelfstandigen in het hoger onderwijs. Bron: Aob 11-02-2014; HogerOnderwijs.nu 11-02-2014

Recessie slaat toe in cao-overleg

Werkgeversvereniging AWVN verwacht dat ook dit jaar de cao-onderhandelingen overschaduwd zullen worden door onzekerheid over de economie. Dat stelt AWVN in haar evaluatie van het cao-jaar 2013. In 2013 werden 462 cao’s afgesloten met een gemiddelde loonstijging van 1,4%. Komend jaar moeten circa 450 collectieve contracten worden vernieuwd (voor bijna 3 miljoen werknemers).
In 2013 is een groot aantal cao’s tot stand gekomen waarin geen loonsverhoging is afgesproken: 13% van alle ‘2013-cao’s’. Eén op de vijf cao-werknemers kreeg in 2013 een nieuwe cao zonder structurele loonstijging. Cao’s met een nullijn zijn vooral te vinden in sectoren die zich richten op de binnenlandse markt zoals de zakelijke dienstverlening, de financiële dienstverlening en overheid gerelateerde sectoren. In exportgerichte sectoren, vooral in de industrie, gaat het vaak beter en zijn loonstijgingen van vaak rond de 2% afgesproken. Die tweedeling verwacht AWVN ook voor 2014. In 76% van de cao’s zijn afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid, de groei van de investeringen in thema’s als opleidingen zette niet door. Ook nam in vergelijking tot eerdere jaren het aantal nieuwe afspraken over onderwerpen als het nieuwe werken, persoonlijk keuzebudget en mantelzorg af. Volgens AWVN duidt dit op een gebrek aan vertrouwen bij werkgevers in een aantrekkende economie. Als gevolg van de economische onzekerheid lag het tempo van veel onderhandelingen laag. Het aantal cao’s waarvan de looptijd inmiddels is verlopen, maar waarvoor nog geen nieuwe afspraken waren gemaakt, bedroeg eind 2013 bijna 150 (1,25 miljoen werknemers). Ondanks dat er sprake is van minder werk, is bij veel van de afgesloten cao’s aandacht besteed aan meer uren werken. Ook zet de trend door om allerlei toeslagenregelingen af te bouwen om zo ruimte te creëren voor gewone loonstijgingen. Bron: AWVN, 12-02-2014

© lArcade 2024