Inloggen

Archief

Meeste zzp’ers relatief hoger inkomen

Zzp'ers vallen relatief vaak in de hogere inkomensgroep. Ook maken ze vaker deel uit van huishoudens met hogere inkomens. Dit blijkt uit cijfers van het CBS die onlangs zijn gepubliceerd.
Bij een indeling van inkomens in 20-procentsgroepen komen zzp’ers net iets minder vaak voor in de lagere inkomensgroep dan gemiddeld. Wel ligt het gemiddelde huishoudinkomen van zelfstandigen in de laagste inkomensgroep € 2.800 lager dan het gemiddelde van alle personen in de lagere inkomensgroep. Tegelijkertijd komt het huishoudinkomen van zelfstandigen in de hogere inkomensgroep bijna € 2.900 hoger uit dan het gemiddelde. Het totale inkomen van het huishouden is van belang omdat het salaris van een partner een eventueel laag inkomen van een zelfstandige kan compenseren. Zzp'ers met een lager huishoudinkomen zijn vaak te vinden in de traditionele zelfstandigenberoepen, zoals marktkoopman, autohandelaar of restauranthouder. Zzp'ers met hogere huishoudkomens werken relatief vaak in medische en tandheelkundige praktijken of in de rechtskundige dienstverlening. Het laagste inkomen in de laagste inkomensgroep is te vinden onder alleenstaande zelfstandigen, zelfstandigen ouder dan 45 jaar en zelfstandigen die werkzaam zijn in de landbouwsector. Zelfstandigen met zelfstandigenaftrek vormen onder zzp'ers een 'extra kwetsbare' groep, aldus het CBS. Deze zelfstandigen besteden een groot deel van de tijd aan hun eigen onderneming en kunnen een eventuele lage of negatieve winst moeilijk compenseren met een inkomen uit loondienst. Bijna 17% van de zelfstandigen met aftrek valt in de lagere inkomensgroep. De zelfstandigenaftrek en ook de mkb-winstvrijstelling zijn voor hen van groot belang. Hierdoor betalen ze niet alleen minder belasting, maar kunnen ze ook eerder aanspraak maken op bijvoorbeeld huur- of zorgtoeslag. Bron: Nugeld.nl 1-05-2014

Buitenlandse boetes straks niet meer aftrekbaar

De aftrekbaarheid van buitenlandse boetes zal verdwijnen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris Wiebes van Financiën in Belastingplan 2015 een wetswijziging zal worden voorgesteld die de aftrekbaarheid van alle geldboetes uitsluit.
Aanleiding voor de brief zijn vragen van enkele Kamerleden over het bericht dat de Rabobank de boete voor het manipuleren van de Liborrente in mindering zou kunnen brengen op de winst. Naar aanleiding hiervan heeft het kabinet de aftrekbaarheid van buitenlandse boetes opnieuw beoordeeld. In principe wordt in Nederland voor de vennootschaps- en inkomstenbelasting uitgegaan van het totaalwinstbegrip. Het saldo van kosten en opbrengsten vormt de winst. Dit betekent dat alle kosten van een onderneming, waaronder boetes, in beginsel aftrekbaar zijn. Sinds 1 januari 1991 zijn echter boetes betaald aan de Nederlandse overheid of aan instellingen van de Europese Unie van aftrek uitgesloten. Dit was ingegeven door het streven naar een effectievere handhaving van het (Nederlandse) strafrecht. Buitenlandse boetes (d.wz. niet EU), waren nog wel aftrekbaar. Daaraan lagen een aantal redenen ten grondslag. Deze boetes maken geen inbreuk op de Nederlandse rechtsorde. Ook zou het onwenselijk zijn als boetes van aftrek worden uitgesloten die het Nederlandse rechtsstelsel niet kent of waarbij bij het opleggen de algemeen aanvaarde beginselen van een behoorlijke strafrechtpleging niet in acht zijn genomen. Een praktisch bezwaar was ook dat voor de beoordeling van een buitenlandse boete de fiscus over adequate informatie zou moeten beschikken. De aftrek van buitenlandse boetes druist echter in tegen het rechtsgevoel van veel burgers. Ook het kabinet ziet geen zwaarwegende principiële redenen om het onderscheid tussen buitenlandse en Nederlandse/EU boetes te handhaven. Nederlandse ondernemingen dienen zich in elk land aan de regels te houden en er zou geen fiscaal onderscheid meer moeten worden gemaakt tussen een boete voor een vergrijp opgelegd in het buitenland of in Nederland. In het Belastingplan 2015 zal daarom een wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting worden opgenomen die de aftrek van alle geldboetes uitsluit. Echter, voor die gevallen waar een buitenlandse boete wordt opgelegd voor een vergrijp die het Nederlandse rechtsbestel niet kent, of waarvan de strafbaarstelling evident strijdig is met de Nederlandse rechtsorde, of wanneer geen sprake is geweest van een behoorlijk rechtspleging, zal worden bezien of op grond van de hardheidsclausule de opgelegde boete alsnog in aftrek mag worden gebracht. Mocht blijken dat er zich voldoende soortgelijke onbillijke gevallen voordoen, dan zou eventueel tegemoetkomend beleid kunnen worden opgesteld. Bron: MvF 25-04-2014

Kwade trouw maakt ambtelijk verzuim ongedaan

Voor het opleggen van een navorderingsaanslag heeft de inspecteur in beginsel een zogenoemd ‘nieuw feit’ nodig of er moet sprake zijn van kwade trouw bij de belastingplichtige. Een hennepkweker die af wil van een tweede navorderingsaanslag, waarmee de inspecteur een fout bij de eerste navordering tracht te herstellen, met het argument dat de inspecteur toch kon weten dat hij in twee hokken hennep kweekte, wordt door de Hoge Raad herinnerd aan zijn kwade trouw.
Na het oprollen van een hennepstekkerij legt een inspecteur op basis van een door de politie opgesteld proces-verbaal navorderingsaanslagen op over de jaren 2006 en 2007 in verband met niet aangegeven inkomsten uit de hennepstekkerij. In het politierapport wordt echter abusievelijk gemeld dat er één hok was. Later komt de inspecteur erachter dat er sprake was van twee hokken, en dus hogere inkomsten, en hij legt nieuwe navorderingsaanslagen op om die fout te corrigeren. De hennepkweker gaat tegen die tweede navorderingsaanslagen in bezwaar en beroep. Hij stelt dat een feit (de aanwezigheid van twee hokken) dat de inspecteur ten tijde van de eerste navorderingsaanslagen bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn, niet ten grondslag mag worden gelegd aan de tweede navorderingsaanslagen. Nadat hij zowel bij rechtbank als Hof Den Haag in het ongelijk is gesteld, mag de Hoge Raad over de zaak oordelen. Ook hier vindt de man geen steun voor zijn standpunt. De Hoge Raad oordeelt dat de man ook ter zake van het feit dat aan de tweede navorderingsaanslagen ten grondslag ligt te kwader trouw is, hij heeft namelijk inkomsten uit de hennepteelt verzwegen. Om die reden staat een ambtelijk verzuim van de inspecteur niet aan het opleggen van de navorderingsaanslagen in de weg. Bron: HR 2-05-2014

Inspectie SZW neemt scheepsbouw onder de loep

De Inspectie SZW start deze maand controles in de scheepsbouw- en reparatiesector. De inspecties zullen tot en met oktober duren. Speerpunten bij de inspecties zijn onderbetaling, illegale tewerkstelling, te lange werktijden en slechte arbeidsomstandigheden.
In het kader van de inspecties zullen niet alleen scheepswerven worden bezocht. De inspecteurs zullen zich ook richten op opdrachtgevers, onderaannemers en intermediairs die tijdelijk personeel uitlenen. De Inspectie SZW wil met de controles oneerlijke concurrentie en mogelijke uitbuiting van werknemers in de sector tegengaan. Werven die eerder overtredingen hadden op het gebied van gezond en veilig werken krijgen na de zomer te maken met herinspecties. Bron: Inspectie SZW, 29-04-2014

Kosten voor gemene rekening: leg het goed vast

Belast een ondernemer aan een andere ondernemer kosten door, dat is dat in beginsel een belaste dienst waarvoor btw in rekening moet worden gebracht. Btw-heffing kan achterwege blijven als het gaat om kosten voor gemene rekening. Daarvoor is wel van belang dat aantoonbaar het risico door de deelnemende ondernemingen wordt gedeeld. Een administratiekantoor van onderwijsinstellingen kon niet aantonen dat hiervan sprake was.
Bij kosten voor gemene rekening moet het gaan om kosten, gemaakt ten behoeve van verschillende deelnemers, die in eerste instantie door één van hen worden betaald. Vervolgens worden die kosten voor het werkelijke bedrag volgens een vooraf opgestelde verdeelsleutel omgeslagen over de deelnemers. Het risico van de kosten gaat alle deelnemers aan volgens die verdeelsleutel. Voldoet men aan die voorwaarde dan is over de doorbelasting van kosten geen omzetbelasting verschuldigd. Een stichting verzorgt voor verschillende scholen, waaronder haar eigen school, de salaris-, personeels- en financiële administratie. Tot 1 januari 2009 werden de werkzaamheden verricht tegen een vergoeding. De werkzaamheden waren toen nog vrijgesteld van omzetbelasting. Na het vervallen van de vrijstelling spreekt de stichting met de onderwijsinstellingen af dat de door hen te betalen bedragen voortaan zouden worden berekend op basis van de met het uitvoeren van de werkzaamheden gemoeide kosten. Voor iedere school zou een percentage van de totale kosten gelden. Op grond van deze afspraak belast de stichting vanaf 1 januari 2009 de kosten door. De doorbelasting is afhankelijk van de pakketkeuze van de desbetreffende school en vindt plaats volgens een vooraf opgestelde verdeelsleutel die is neergelegd in een daartoe opgestelde, maar niet ondertekende, concept ‘kostenverdelingsovereenkomst’. De stichting draagt omzetbelasting over de doorbelaste kosten af en maakt hiertegen bezwaar, omdat het volgens haar kosten voor gemene rekening betreft, zodat de doorbelastingen geen diensten in de zin van de Wet OB zijn. De inspecteur is die mening niet toegedaan. Hof Amsterdam vindt evenmin dat er sprake is van kosten voor gemene rekening. Voor het hof is van belang dat stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat het risico van de kosten haar en de overige onderwijsinstellingen volgens de vaste verdeelsleutel aangaat. Weliswaar hadden de stichting en deelnemende scholen sinds 1 januari 2009 wel erna gehandeld, hadden partijen schriftelijk ingestemd met de berekeningwijze van de kosten, maar een verdeelsleutel was nooit vastgelegd. Er lag weliswaar een overeenkomst hiertoe, maar die was door deelnemende partijen nimmer ondertekend. In cassatie kan de Hoge Raad niet anders dan tot het oordeel komen dat het hof, vanuit een juiste rechtsopvatting, een oordeel heeft gegeven van feitelijke aard die in cassatie niet op juistheid kan worden getoetst. Bron: HR 25-04-2014

© lArcade 2024