Inloggen

Archief

Inloggen op RVO.nl met eHerkenning

Ondernemers dienen met ingang van 1 juli 2014 op RVO.nl in te loggen met eHerkenning. Tot 1 januari 2015 kan nog gebruik worden gemaakt van de oude authenticatiemiddelen. Dit blijkt uit de beantwoording van Kamervragen van mevrouw Lodders (VVD).
Het is de bedoeling dat ondernemers en organisaties vanaf 1 juli 2014 bij RVO.nl inloggen met eHerkenning. De inlogpagina van mijn.rvo.nl is per 1 juli 2014 gewijzigd. Het inloggen met eHerkenning is ook uitgebreid getest. Inloggen met eHerkenning is niet nieuw. Bij het voormalig AgentschapNL loggen alle ondernemers al sinds vorig jaar in met eHerkenning. Ook bij het voormalige Dienst Regelingen-loket kon al een paar jaar met eHerkenning worden ingelogd. De oude authenticatiemiddelen (ook van het voormalige Dienst Regelingen-loket) worden in maximaal zes maanden geheel uitgefaseerd: in uitzonderlijke situaties mag het eigen middel gebruikt worden om in te loggen. Per 1 januari 2015 is het eigen middel niet meer bruikbaar en is inloggen met eHerkenning (voor ondernemers en organisaties) en Digid (voor particulieren) de enige manier om bij RVO.nl in te loggen. De campagne om ondernemers hiervan op de hoogte te stellen is op 15 mei gestart. Ondernemers hebben echter pas in juni een brief hebben ontvangen waarin zij op de hoogte worden gesteld van de veranderde inlogwijze. Volgens minister Kamp is er voor gekozen om de communicatie te starten na de indienperiode van de Gecombineerde Opgave. Dit is een jaarlijkse opgave voor agrarisch ondernemers. Direct na de indienperiode van de Gecombineerde Opgave is gestart met een campagne in de media (informatie op www.rvo.nl en mijn.rvo.nl, advertenties in verschillende bladen, banners, en er zijn artikelen verschenen in de vakbladen). Daarnaast hebben de ondernemers die moeten gaan inloggen met eHerkenning een persoonlijke brief gehad. Daar de meeste ondernemers niet direct op of na 1 juli in hoeven te loggen bij RVO.nl, verwacht de minister dat zij voldoende tijd hebben om eHerkenning aan te vragen. Voor het aanvragen van en het inloggen met eHerkenning hebben ondernemers geen andere internetfaciliteiten nodig dan die zij ook al nodig hadden om bij RVO.nl in te loggen met het oude middel. De minister vindt het dan ook niet nodig om de ingangsdatum van 1 juli op te schorten. Ondernemers zijn in de persoonlijke brief geïnformeerd dat zij tijdig eHerkenning moeten aanvragen. Bron: Min. v. EZ 15-07-2014

Zorgpilot loopt mogelijk ten einde

Het ziet er naar uit dat zorgverzekeraars voor 2015 geen verpleegkundigen en verzorgenden meer contracteren die als zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) in de zorg werken. Volgens Zorgverzekeraars Nederland (ZN) zit het probleem niet in de zzp-constructie, maar in het opleidingsniveau van de zzp’ers.
Uit het recentelijk verschenen inkoopdocument van de zorgverzekeraars blijkt dat ze niet van plan zijn om met de zorgverlening uit de Zorgpilot door te gaan. Hierdoor komen honderden zelfstandige verpleegkundigen en verzorgenden vanaf 2015 zonder contract te zitten. Middels de Zorgpilot kunnen zzp’ers in de AWBZ aan de slag en komen zij in aanmerking voor een VAR-wuo. De AWBZ-zorg gaat volgend jaar over naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Professionals met opleidingsniveau-3 en -4, die zo'n 85 procent van de pilotdeelnemers vertegenwoordigen, wordt gevraagd hun activiteiten per januari af te bouwen tot nul en hun cliënten over te dragen. Afgelopen mei werden nog eens 1.200 extra zzp’ers in de zorg toegelaten binnen de pilot waar toen al 750 zelfstandigen aan deelnamen. Volgens Zorgverzekeraars Nederland staat de inkoop door zorgverzekeraars los van de pilot in de AWBZ. Zorgverzekeraars volgen bij hun inkoop de kwaliteitsrichtlijnen die de zorgsector zelf heeft opgezet. Beroepsorganisatie V&VN heeft een normenkader opgesteld en de wijkverpleegkundige ingeschaald als iemand met opleidingsniveau-5, oftewel een hbo-opleiding. Verzekeraars volgen deze norm en dat is wat er in het inkoopdocument staat. Voor zzp’ers van niveau-3 en -4 geldt een overgangsjaar. Dat betekent dat individuele verzekeraars ervoor zouden kunnen kiezen om in het overgangsjaar de zorgverlening van die zzp’ers te continueren. Maar er is nu vooral een tekort aan wijkverpleegkundigen van niveau-5; die gaan veel gecontracteerd worden de komende jaren. Bron: zorgvisie.nl 21-07-2014

Notariaat over op centrale digitale registratiesysteem

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft laten weten dat alle notariskantoren per 1 juli zijn overgegaan op het Centraal Digitaal Repertorium (CDR). Doordat alle kantoren nu akten, repertoriumregels en aangiften overdrachtsbelasting digitaal kunnen versturen, hoeven er niet langer originele akten op papier naar de Belastingdienst te worden gestuurd.
De KNB heeft de laatste jaren samen met de Belastingdienst en ICT-leveranciers hard gewerkt om dit digitale platform te realiseren. Tijdrovende klussen, zoals het printen van het ‘netrepertorium’ en het jaarlijks opgeven van akte-aantallen behoren hiermee tot het verleden. Ook zullen akten die ter registratie zijn aangeboden niet langer zoekraken of beschadigen. Bijzonder is dat veel notariskantoren tijdens het traject gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om mee te denken over de opzet en werkwijze van dit platform. De overgang naar het CDR startte eind oktober 2013. Doel was om halverwege 2014 het gehele notariaat op het digitale platform aangesloten te hebben. Deze doelstelling is ruimschoots gehaald. Door deze digitale registratie kunnen de gegevens uit de akten door de Belastingdienst gemakkelijker intern worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de aangifte erfbelasting. Hierdoor kan de Belastingdienst het werk efficiënter gaan uitvoeren. Dat levert niet alleen voor de Belastingdienst een kostenbesparing op, maar ook voor het notariaat. Daardoor zullen ook de lasten voor de burgers lager gaan uitvallen. Bron: KNB 17-07-2014

Gebruik R&D-regelingen stijgt fors in 2013

Uit de jaarcijfers van de WBSO en RDA over 2013 blijkt dat de belangstelling van het bedrijfsleven voor de fiscale regelingen die R&D bevorderen onverminderd groot blijft. Ondernemers gaven in 2013 bijna € 6,5 miljard uit aan Research & Development (R&D). Dit is een toename van 10% ten opzichte van 2012.
Voor beide regelingen was de interesse in 2013 groot, vooral bij de RDA was een forse stijging te zien. Zo hebben ondernemers in 2013 bijna € 4 miljard aan loonkosten gemaakt (WBSO) en € 2,5 miljard aan andere uitgaven voor R&D (RDA). Het aantal RDA-aanvragen steeg in 2013 met 18% naar 25.480. Het bedrag dat via de RDA is toegekend steeg met 68%: van € 814 miljoen in 2012 naar € 1.370 miljoen in 2013. Het aantal bedrijven dat gebruik maakte van de WBSO is in 2013 gestegen naar 22.640, ruim 400 meer dan in 2012. Gezamenlijk dienden ze 38.200 aanvragen in. Evenals in voorgaande jaren vindt de meeste R&D plaats in Noord-Brabant en Zuid-Holland. De toename van de totale R&D-uitgaven is in Utrecht echter het grootst: 24% meer dan in 2012. De industriesector geeft het meeste uit aan R&D. Van alle bedrijven die gebruik maken van de WBSO en RDA is 97% mkb’er. Ondernemers kunnen via de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) en RDA (Research & Development Aftrek) een deel van hun R&D-uitgaven fiscaal aftrekken. De WBSO verlaagt de loonkosten voor R&D, de RDA levert een extra aftrekpost op voor andere kosten en uitgaven voor R&D. Men kan alleen gebruik maken van de RDA als men ook WBSO aanvraagt. Dit kan tegelijkertijd in een gezamenlijke WBSO/RDA-aanvraag. Het voordeel wordt verrekend via de aangifte bij de Belastingdienst. Bedrijven dragen minder loonheffing af en zelfstandigen krijgen een vaste aftrek. Bron: RVO 15-07-2014, FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk

Economische crisis beïnvloedt werkhervatting langdurig zieken

Door de crisis hervatten minder langdurig zieken binnen de eerste twee ziektejaren het werk. Vooral de vangnetters doen veel minder vaak betaald werk, maar ook bij de werknemers zijn de mogelijkheden voor werkhervatting afgenomen. Dit blijkt uit een onderzoek onder langdurig zieke werknemer en vangnetters, uitgevoerd door AStri onderzoek en advies en APE, met subsidie van UWV. Dit onderzoek is zowel in 2007 (nog voor de crisis) als in 2012 uitgevoerd, waardoor vergelijking mogelijk was.
Veel vaker dan betaald werk, doen vangnetters onbetaald werk, in de vorm van vrijwilligerswerk, een werkervaringsplaats of een onbetaalde stage. Op deze manier kunnen vangnetters – ondanks hun slechte kansen op betaald passend werk – via vrijwilligerswerk toewerken naar herstel en hun kansen op de arbeidsmarkt verbeteren. Of vangnetters in 2012 vaker onbetaald werk doen dan in 2007, is niet bekend. In 2012 komt het bij relatief meer langdurig zieken tot een WIA-aanvraag dan in 2007 het geval was. Vaker dan in 2007 wordt de WIA-aanvraag echter afgewezen. Dit maakt dat de kans voor een langdurig zieke om in de WIA te komen, ondanks de verminderde mogelijkheden voor terugkeer naar werk, nauwelijks gestegen is. De kwaliteit van de beoordelingen en de invulling van de poortwachtersrol door UWV bleven dus geborgd, in een periode waarin het aantal aanvragen en het belang voor de aanvrager bij een uitkering zijn gegroeid. De langdurig zieken is ook gevraagd of zij begeleiding bij terugkeer naar werk hebben gekregen. De werknemers ervaren in 2012 nog even vaak begeleiding als in 2007. De vangnetters ervaren in de eerste 10 maanden minder begeleiding naar werk, zowel van de (ex-)werkgever als van UWV. Tussen 10 en 18 maanden stijgt het aandeel vangnetters dat begeleiding ervaart tot bijna het niveau van 2007. Er zijn geen aanwijzingen dat de re-integratiedienstverlening van UWV ook echt verminderd is. Het aantal ingezette trajecten, het aantal contacten en de tevredenheid over de inspanningen van UWV zijn tussen 2007 en 2012nauwelijks veranderd. Bron: UWV 10-07-2014

© lArcade 2024