Inloggen

Archief

Check de sociale en milieurisico’s

Veel bedrijven doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), zo blijkt uit de MVO Monitor 2015 van MVO Nederland. Maar veel bedrijven onderschatten nog wel de sociale en milieurisico’s van producten die zij in verre landen laten maken.
Volgens de monitor is slechts 20% van de bedrijven zich bewust van de armoede die in hun sector speelt, een derde weet dat grondstoffenschaarste speelt en de helft is zich bewust van mensenrechtenvraagstukken. Volgens de monitor zijn met name bedrijven in de retail en producenten van consumentenproducten te passief ten aanzien van internationale vraagstukken op het gebied van arbeid en milieu. Volgens MVO Nederland maakt het sterke internationale karakter van de Nederlandse economie ons kwetsbaar voor een te afwachtende houding. Het onderzoek is gehouden onder circa duizend Nederlandse bedrijven in 13 sectoren. Hieruit komt naar voren dat ruim tweederde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) doet. In de meeste gevallen gaat het om bescheiden activiteiten in de sfeer van afvalscheiding, energiebesparing en het aanbieden van stageplekken. Onder maatschappelijk verantwoord ondernemen vallen echter ook duurzame en gezonde producten, het respecteren van mensenrechten en arbeidsomstandigheden in de productieketen en een leefbaar loon voor de medewerkers ver weg. Uit de MVO Monitor 2015 blijkt dat deze onderwerpen slechts door een beperkte groep van bedrijven met ambitie worden opgepakt. Om bedrijven hierbij te ondersteunen, kunnen ze de gratis MVO Risico Checker (www.mvorisicochecker.nl) gebruiken. De MVO Risico Checker geeft bedrijven die internationaal zaken doen of dat overwegen een overzicht van de risico’s die per land en product spelen. Bron: MVO Nederland, 16-04-2015

In helft nieuwe cao’s afspraken over Wajongers

In bijna de helft van de cao's die in 2015 zijn afgesloten, staat een afspraak over banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vorig jaar was dat nog maar in een derde van de cao's het geval. Dat meldt werkgeversvereniging AWVN in haar maandelijkse cao-bericht.
Arbeidsmarktafspraken hebben betrekking op bijzondere doelgroepen als Wajongers en andere (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten. In het Sociaal Akkoord van 2013 was afgesproken dat er werkgevers in de marktsector vanaf 2014 zouden zorgen voor extra banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In 2014 zou het gaan om 2.500 extra banen en in 2015 om 5.000 extra banen voor de doelgroep. In de onlangs aangenomen Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is een stok achter de deur opgenomen in de vorm van onder meer een quotum en een quotumheffing voor het geval werkgevers de doelstellingen niet halen. Volgens AWVN wordt het door de cao-afspraken minder waarschijnlijk dat werkgevers een quotumverplichting krijgen om een bepaald aantal arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Overigens ligt men volgens gegevens van AWVN nog ver achter op de doelstelling van 7.500 gerealiseerde arbeidsplaatsen eind 2015. De ambitie tot nu toe is 2.950 (wat werkgevers hebben aangegeven de komende jaren te willen realiseren), waarvan gerealiseerd 2.622. Bron: AWVN, 14-04-2015

Meer mogelijkheden voor flexibel werken

De Eerste Kamer heeft op 14 april 2015 ingestemd met het initiatiefwetsvoorstel wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur, arbeidsplaats en werktijd ten einde flexibel werken te bevorderen (32 889). Dit wetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Voortman (GL) en Heerma (CDA) beoogt werknemers meer mogelijkheden te geven voor telewerken en werken op voor hen gunstige tijden.
Dit initiatiefwetsvoorstel werd oorspronkelijk mede ingediend door het voormalige Tweede Kamerlid Van Gent (GroenLinks) en Van Hijum (CDA). Het wetsvoorstel wijzigt de Wet aanpassing arbeidsduur in de Wet flexibel werken. Volgens deze wet kunnen werknemers bij hun werkgever een verzoek doen voor aanpassing van de arbeidstijden en arbeidsplaats. Thans heeft een dergelijk verzoek alleen nog betrekking op het aantal uren dat men werkt. De termijn waarbinnen een werknemer een dergelijke aanvraag kan doen wordt met dit voorstel verkort van een jaar naar een half jaar na aanvang van het dienstverband. Na afwijzing of inwilliging van het verzoek moet de werknemer nu nog twee jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek mag doen. Het voorstel bekort deze termijn tot één jaar. De voorgestelde wijzigingen zullen alleen van toepassing zijn op werkgevers met meer dan tien werknemers in dienst. In de Eerste Kamer stemden alleen de fracties van VVD en PVV tegen het wetsvoorstel. Van werkgeverszijde was kritisch gereageerd op het wetsvoorstel. Werkgevers zagen het als een overbodig wetsvoorstel dat geen probleem oplost. Bij een grote meerderheid van de bedrijven worden afspraken over werktijden en werkplek gemaakt, soms in de cao, of veelal in aanvullende regelingen buiten de cao om of op de werkvloer. Bron: Eerste Kamer 14-04-2015

Bij notariële akte schuldig gebleven schenking geeft meer zekerheid

Kinderen die door een ouder schuldig gebleven schenkingen in mindering willen brengen op de nalatenschap, doen er goed aan deze schenking in een notariële akte te laten vastleggen of de onderhandse akte door de notaris te laten bekrachtigen. Als een - in een onderhandse akte - schuldig gebleven schenking pas na het overlijden van de ouder wordt uitgevoerd, dan vervalt de schenking bij het overlijden van de ouder.
Moeder heeft in de jaren 2008, 2009 en 2010 via onderhandse aktes schenkingen gedaan aan haar kinderen. In de akten is bepaald dat moeder de schenkingen schuldig zal blijven, dat jaarlijks achteraf rente wordt betaald, dat de kinderen het recht hebben het schuldig gebleven bedrag direct op te eisen en dat moeder de schenking zonder opgaaf van redenen mag herroepen. In 2011 overlijdt moeder en is er nog niets afgelost op de schuldig gebleven schenkingen. De schenkingen worden in de aangifte erfbelasting opgenomen als schulden van de erflaatster en in mindering gebracht op de nalatenschap. De inspecteur is het daar niet mee eens en corrigeert de schulden. Volgens de inspecteur is het de bedoeling dat de schenkingen pas na het overlijden van moeder worden uitgevoerd. Moeder heeft tijdens haar leven immers niets afgelost en kon dat ook niet omdat zij niet over voldoende liquide middelen beschikte. Volgens het Burgerlijk Wetboek vervalt een schenking bij het overlijden van de schenker als die schenking pas na het overlijden van de schenker wordt uitgevoerd, tenzij de schenking door de schenker persoonlijk is aangegaan en van de schenking een notariële akte is opgemaakt. Eén van de kinderen is het hier niet mee eens en stapt naar de rechter. Volgens de rechtbank moet de zoon aantonen dat de schenkingen niet zijn bedoeld om pas na het overlijden van moeder te worden uitgevoerd. De zoon geeft aan dat het de bedoeling van zijn moeder was om de boerderij en de cultuurgrond (die deel uitmaken van de nalatenschap) te verkopen om daarmee de schuldig gebleven bedragen bij leven af te lossen. Ook was een aantal van de kinderen van plan om de grond over te nemen en deze te ontwikkelen. Door de economische crisis, het gebrek aan concrete plannen en het plotselinge overlijden van moeder, heeft moeder de boel niet meer bij leven kunnen verkopen. De rechtbank vindt dat de zoon niet geslaagd is in het bewijs. Uit de akten blijkt niet dat het de bedoeling was de boerderij en de grond te verkopen en met de opbrengst de schuldig gebleven bedragen af te lossen. Omdat de schulden direct opeisbaar zijn en er geen liquide middelen zijn, had over die verkoop iets in de akte op kunnen staan. Ook zijn er geen stukken waaruit blijkt dat moeder moeite heeft gedaan om de boel te verkopen. Het feit dat moeder in 2011 een deel van de cultuurgrond heeft verkocht en daarmee de schuldig gebleven bedragen wilde aflossen is niet voldoende om de rechter te overtuigen. Moeder heeft met de opbrengst de (achteraf verschuldigde) rente betaald, schulden afgelost en de rest op de bank heeft gezet. Ook had moeder volgens de akten de mogelijkheid om de schenkingen zonder opgaaf van redenen te alle tijde te herroepen. Bron: Rb. Den Haag 4-11-2014(gepubl. 7-04-2015)

Metalektro: FNV wil sectorale deeltijd-WW

Tijdens de derde onderhandelingsronde voor de cao Metalektro heeft FNV het voorstel gelanceerd voor de invoering van een sectorale deeltijd-WW. Hiermee wil de vakbond fluctuaties in de productie beter opvangen, de flexbehoefte bij bedrijven meer structureren en regionaal organiseren en tegelijkertijd vakmensen voor de sector behouden.
Kern van het voorstel is dat met een geringe premie werknemers bij een bedrijf in deeltijd-WW kunnen gaan. Die werknemers zijn dan beschikbaar voor andere bedrijven in de regio waar op dat moment een krapte aan personeel is. Het inlenende bedrijf betaalt dan een vergoeding gelijk aan de deeltijd-WW aan een fonds. Is er geen werk, dan kunnen de werknemers in deeltijd-WW extra worden geschoold. De bond schat dat bij een premie van 0,1% of 0,2% van de loonsom jaarlijks circa € 5-10 miljoen beschikbaar is voor deeltijd-WW. Met de middelen die al beschikbaar zijn in de sector als buffer zou men volgens de bond al direct met een dergelijke regeling kunnen starten. Bron: FNV 13-04-2015

© lArcade 2024