Inloggen

Archief

Bijna de helft van werknemers vindt zijn/haar baan niet zinvol

Twee op de vijf werknemers vindt zijn of haar baan niet nuttig en haalt er daarom weinig tot geen voldoening uit Dit blijkt uit onderzoek van de Reputatiefabriek. Opvallend is dat maar zestien procent van de werknemers die niet tevreden is, actief op zoek is naar een andere baan.
Het onderzoek is gehouden onder 1.000 willekeurige, maar wel werkende, respondenten. Zo’n 20% van de deelnemers verveelt zich wel eens op werk. Deze werknemers vinden dat zij meer kennis en vaardigheden hebben dan nodig voor het huidige werk. De deelnemers geven aan zich zinvol te voelen als zij op hun werk hun kwaliteiten volledig kunnen inzetten, impact hebben en de mogelijkheid hebben om te groeien. Zo denkt 52% van de deelnemers meer plezier te hebben in hun werk als zij zinvol werk doen, 45% denkt efficiënter te zijn en 40% denkt zelfs overall gelukkiger te zijn. Om zich toch zinvol te voelen geeft 35% van de deelnemers aan vrijwilligerswerk te doen. Zij hebben zich vrijwillig aangemeld en besteden gemiddeld zo’n 4,5 uur per week aan vrijwilligerswerk. Zij houden zich dan voornamelijk bezig met het organiseren van activiteiten (55%), besturen (28%) en de administratie (18%). Bron: Managersonline.nl 11-09-2019

Belastingpakket 2020

Het belastingpakket bestaat dit jaar uit zes wetsvoorstellen. Naast het Belastingplan 2020 en de Overige Fiscale maatregelen zijn de volgende wetsvoorstellen ingediend: Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord, Wet bronbelasting 2021, Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven en Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten.
Allereerst een overzicht van de wijzigingen in het wetsvoorstel Belastingplan 2020 en het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen. De overige wetsvoorstellen worden hieronder kort toegelicht. Inkomstenbelasting het tweeschijvenstelsel wordt versneld ingevoerd met voor 2020 een basistarief van 37,35% en een toptarief van 49,5% de arbeidskorting en de algemene heffingskorting worden extra verhoogd de bestuursrechtelijke dwangsommen mogen niet meer in aftrek worden gebracht geldsommen betaald aan een staat of een onderdeel daarvan in het kader van een strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing mogen niet meer in aftrek worden gebracht inkomen uit aanmerkelijk belang kan niet boetevrij worden ingekeerd voor de inkeerregeling wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen inkomen dat in het buitenland is opgekomen en inkomen dat in het binnenland is opgekomen voor de definitie van de vaste inrichting en de vaste vertegenwoordiger wordt aangesloten bij de definitie in de belastingverdragen voor spontane aangiften bij aanslagbelastingen gaan dezelfde wettelijke correctie- en sanctiebevoegdheden gelden als bij een uitnodiging tot het doen van aangifte Loonbelasting WKR: de vrije ruimte over de fiscale loonsom tot en met € 400.000 wordt verruimd tot 1,7%, over het restant van de loonsom blijft het percentage 1,2% WKR: er komt een gerichte vrijstelling voor het vergoeden van kosten voor een VOG WKR: de aangifte van de verschuldigde eindheffing vanwege het overschrijden van de vrije ruimte kan in het vervolg met de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar worden gedaan WKR: waarde van producten uit het eigen bedrijf wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer de vrijwilligersvergoeding wordt vanaf 1 januari 2020 jaarlijks geïndexeerd door de werkgever aan de werknemer vergoede of voor de werknemer betaalde (buitenlandse) bestuursrechtelijke dwangsommen of geldsommen in het kader van een (buitenlandse) strafbeschikking mogen niet meer worden aangewezen als eindheffingsbestanddelen het aantal aanvraagmomenten en het uiterste aanvraagmoment van de S&O-afdrachtvermindering worden aangepast Vennootschapsbelasting de voorgestelde verlaging van het hoge Vpb-tarief gaat niet door. Het hoge Vpb-tarief blijft in 2020 25% en zal per 1 januari 2021 worden verlaagd naar 21,7%. De verlaging van het lage Vpb-tarief wordt niet aangepast en dat tarief komt met ingang van 1 januari 2021 uit op 15%. de Vpb-vrijstellingen voor onderwijs en onderzoek (de onderwijsvrijstelling), interne activiteiten en de quasi-inbestedingsvrijstelling worden verruimd de bestuursrechtelijke dwangsommen mogen niet meer in aftrek worden gebracht geldsommen betaald aan een staat of een onderdeel daarvan in het kader van een strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing mogen niet meer in aftrek worden gebracht voor de definitie van de vaste inrichting en de vaste vertegenwoordiger wordt aangesloten bij de definitie in de belastingverdragen de earningsstrippingmaatregel wordt herzien er wordt geen belastingrente in rekening gebracht als de aangifte Vpb wordt ingediend voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover de belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni) en de belastingaanslag wordt vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte. Omzetbelasting het btw-tarief voor elektronische uitgaven wordt verlaagd Schenk- en erfbelasting er wordt geen belastingrente in rekening gebracht indien het verzoek om een voorlopige aanslag of de aangifte is ontvangen binnen de aangiftetermijn die in de betreffende situatie geldt indien de (voorlopige of definitieve) aanslag erfbelasting wordt vastgesteld overeenkomstig dat verzoek of die aangifte Overig de verhuurderheffing voor nieuwbouw in schaarstegebieden wordt structureel verminderd en voor woningen met een tijdelijk karakter geldt een tijdelijke vrijstelling de accijnstarieven van sigaretten en rooktabak worden verder verhoogd invoering vrijstelling van assurantiebelasting voor verzekeringen op de zogenoemde verzuimverzekeringen en WGA- en Ziekteweteigenrisicodragers en voor brede weersverzekeringen die zijn afgesloten door actieve landbouwers vergrijpboeten die worden opgelegd aan medeplegers die beroeps- of bedrijfsmatig bijstand verleenden worden openbaar gemaakt de afvalstoffenbelasting wordt aangepast het gebruik WOZ-waarden door bestuursorganen en derden wordt aangepast burgers kunnen gaan kiezen of zij berichten van de Belastingdienst elektronisch of per post toegezonden wil krijgen voor de autogerelateerde belastingen wordt de nieuwe WLTP-testmethode ingevoerd de benzineauto met compressieontsteking wordt uitgezonderd van dieseltoeslag in de BPM de fijnstoftoeslag voor dieselpersonenauto’s en dieselbestelauto’s wordt aangepast Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord Het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 in Nederland met 49% krijgt onder andere gestalte met de maatregelen die zijn opgenomen in het wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord. Het betreft fiscale maatregelen op het terrein van mobiliteit, gebouwde omgeving en afval. Wet bronbelasting 2021 Met deze wet, die in 2021 ingaat, wordt voorkomen dat Nederland nog langer wordt gebruikt als toegangspoort voor doorstroomactiviteiten naar laagbelastende landen en wordt het risico van belastingontwijking door het verschuiven van de (Nederlandse) belastinggrondslag naar laagbelastende landen verkleind. Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven De fiscale aftrek voor scholingsuitgaven wordt afgeschaft. In de plaats daarvan komt er een vervangende regeling: de subsidieregeling STAP-budget (leer- en ontwikkelbudget voor de stimulans van de arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze regeling gaat pas in 2021 in. Wet implementatierichtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten Hiermee wordt geregeld dat de benodigde aanpassingen uit de Richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging intracommunautair handelsverkeer in de wet wordt geïmplementeerd (de zogenoemde quick fixes). Verder heeft het kabinet nog een aantal fiscale maatregelen aangekondigd die een relatie hebben met Belastingplan 2020. De voorstellen hiervoor moeten nog worden ingediend: Aanpassing van de liquidatie en stakingsverliesregeling (2021) Innovatiebox, iets minder voordelig (2021) – verhoging van het tarief van de innovatiebox van 7% naar 9% Einde betalingskorting vpb (2021)

Geschil met fiscus moet niet persoonlijk worden

Het is aan te raden om bij geschillen met de fiscus niet te persoonlijk te worden. Het inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van medewerkers van de Belastingdienst is in principe niet toegestaan. Dit kan soms zelfs tot een beperking leiden van de vrijheid van meningsuiting, aldus Rechtbank Gelderland.
Tussen de Belastingdienst en een vennoot van een VOF ontstaat een geschil over naheffingsaanslagen loonbelasting en omzetbelasting. Uiteindelijk wordt de vrouw aansprakelijk gesteld en betaalt zij na beslaglegging haar belastingschulden. Voor haar echtgenoot is dit de aanleiding om de Belastingdienst en verschillende individuele ambtenaren te beschuldigen van allerlei strafbare en/of onrechtmatige gedragingen. Ook vordert hij van de Belastingdienst een schadevergoeding voor het plegen van een onrechtmatige daad. Rechtbank Gelderland wijst deze vordering echter af. Vervolgens richt de man een stichting op, die via openbare websites individuele medewerkers van de Belastingdienst met naam en toenaam beschuldigt van ernstige vergrijpen. Steeds wanneer de voorzieningenrechter gebiedt zo’n website te sluiten, gaat de stichting verder met een andere website. Bovendien kondigt de man aan dat hij enkele medewerkers van de fiscus persoonlijk thuis komt opzoeken. Daarbij wil hij hen een prijs voor meest corrupte ambtenaar of meest ongelikte beer uitreiken en dit filmen. De fiscus vordert van Rechtbank Gelderland dat de man met lijfsdwang wordt verhinderd om zijn voornemen uit te voeren. Volgens de rechtbank moet de man zich in principe in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend kunnen uitlaten over (vermeende) misstanden die de samenleving raken. Het filmen van zo’n ‘prijsuitreiking’ kan daartoe een middel zijn. Maar tegenover dit recht van de man staan enkele rechten van de individuele medewerkers van de fiscus. Zij hebben het recht om verschoond te blijven van ernstige beschuldigingen die leiden tot ontoelaatbare aantasting van hun eer en goede naam. Daarnaast hebben zij het recht om vrij te blijven van ontoelaatbare inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer. Op basis van de voorgeschiedenis vindt de rechtbank het aannemelijk dat het filmen van de prijsuitreiking zeer belastend en intimiderend voor de medewerkers zal zijn. De rechter oordeelt dat de manier waarop de man zijn mening wil uiten niet meer in verhouding staat tot zijn belang van vrije meningsuiting. De man erkent ook dat hij wordt gedreven door wraakzucht. Bovendien laat hij weten niet onder de indruk te zijn van lijfsdwang of dwangsommen. De rechter concludeert dat lijfsdwang averechts zal werken. Hij legt de man daarom een contactverbod op met de desbetreffende medewerkers van de fiscus. Iedere schending van dit verbod zal de man een dwangsom van € 5.000 tot een maximum van € 100.000 kosten. Bron: Rb. Gelderland 28-06-2019

Voordeel uit horeca in kerk is loon voor koster

Het fiscaal loonbegrip is heel ruim. Daardoor behoren voordelen die een werknemer in het kader van zijn dienstbetrekking heeft genoten ook tot het belastbare loon als deze voordelen afkomstig zijn van een ander dan de werkgever.
Een vrouw is als koster in dienstbetrekking bij een kerkgemeenschap. Zij schenkt onder andere drankjes in en verstrekt broodjes en andere versnaperingen wanneer kerkdiensten, uitvaarten, vergaderingen en andere bijeenkomsten plaatsvinden in het kerkgebouw. Voor deze horeca-activiteiten brengt de koster haar opdrachtgevers vergoedingen in rekening. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het aantal verstrekte consumpties. De vrouw hanteert lagere vergoedingen voor de kerkgemeenschap dan voor andere opdrachtgevers. Daarnaast int de koster namens de kerk de zaalhuur. De vrouw claimt de zelfstandigenaftrek, omdat zij meent met de horeca-werkzaamheden in het kerkgebouw een onderneming te drijven. Maar de Belastingdienst stelt dat het voordeel dat de vrouw uit de horeca-activiteiten behaalt, loon uit dienstbetrekking vormt. Rechtbank Noord-Nederland haalt uit de omschrijving van de functie van koster dat de koster onder andere verantwoordelijk is voor de exploitatie van de keuken en het buffet. In een verklaring van de kerkenraad staat bovendien dat de vrouw voor eigen rekening de keuken zal exploiteren. Verder meldt de verklaring dat de kerk recht heeft op levering van consumpties tegen een afgesproken vergoeding. De rechtbank leidt hieruit af dat de vrouw de horecawerkzaamheden moet verrichten als gevolg van haar functie als koster. De horeca-activiteiten vallen daarmee onder het bereik van haar dienstbetrekking. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat de vergoedingen uit de horeca-werkzaamheden zijn aan te merken als loon. Het fiscaal loonbegrip is namelijk ruim: al wat iemand uit een (vroegere) dienstbetrekking geniet. Als de werkgever een voordeel niet rechtstreeks verstrekt, maar laat toekomen aan de werknemer als beloning voor de in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden, is dit voordeel eveneens loon. Dat de vrouw zelf in keukenapparatuur heeft geïnvesteerd, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. De koster is geen ondernemer en heeft dus geen recht op de zelfstandigenaftrek. Bron: Rb. Noord-Nederland 29-08-2019

Rechtbank licht aspecten MRB toe

In een aantal uitspraken licht Rechtbank Zeeland-West-Brabant enkele aspecten van de motorrijtuigenbelasting toe. Zo blijkt onder meer dat een privéterrein onder omstandigheden tot de openbare weg kan behoren.
In de ene zaak krijgt een vrouw een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) opgelegd omdat ze met een auto met Roemeens kenteken de Nederlandse openbare weg zou hebben gebruikt. Dit gebruik zou bestaan uit het geparkeerd staan op een privéterrein van een horecagelegenheid. De vrouw stelt dat dit privéterrein niet tot de openbare weg behoort aangezien alleen café- en hotelgasten er mogen parkeren. Maar volgens de rechtbank is van belang of het terrein feitelijk openstaat voor openbaar rijverkeer. De omstandigheid die de vrouw aanvoert, wijst erop dat dit zo is. Dit zou anders zijn als door fysieke barrières het terrein feitelijk alleen openstond voor gasten. De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslag. In een andere zaak gaat de rechtbank in op het leveren van tegenbewijs als de Belastingdienst de MRB berekent over een bepaalde periode. Die periode begint op de dag waarop de automobilist is ingeschreven als ingezetene in de BRP en eindigt op de dag vóór de dag waarop de inspecteur het gebruik van de weg constateert. Deze berekeningsperiode houdt in de kern een soort van bewijsvermoeden in met betrekking tot de periode waarin iemand houder was van de auto in Nederland. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren. Had de belanghebbende in de berekeningsperiode zijn hoofdverblijf in Nederland, dan zijn er twee tegenbewijsmogelijkheden: - de belanghebbende maakt aannemelijk dat de auto belanghebbende in Nederland ter beschikking heeft gestaan met ingang van een latere dag dan de dag waarvan de fiscus is uitgegaan; of - de belanghebbende maakt aannemelijk dat de auto hem in een of meer tussenliggende tijdvakken niet in Nederland ter beschikking heeft gestaan. Daarbij dient men onder ‘in Nederland ter beschikking staan’ te verstaan ‘in Nederland feitelijk en niet geheel voorbijgaand ter beschikking staan’. In dit geval is de rechtbank van mening dat de automobilist niet in die bewijslast is geslaagd. Het feit dat de automobilist over een auto met Nederlands kenteken beschikte en daarmee verkeersovertredingen heeft begaan en dat de auto in het buitenland APK gekeurd is, is niet voldoende. Wel wordt de boete verminderd. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 11-07-2019

© lArcade 2024